Overslaan en naar de inhoud gaan

Nabij de wijze oude eik

In gesprek met Marleen Dobbels, De Wimilingen | 21 april 2020

Taal benoemt niet alleen onze wereld, ze geeft ook richting aan ons handelen en betekenis aan onze ervaringen. Zo gezien, is de keuze van onze woorden niet vrijblijvend. Samen met het nieuwe Coronavirus deden enkele Engelstalige termen hun intrede in ons dagelijks taalgebruik. Zoals Social Distancing, de term die vandaag gebruikt wordt om aan te duiden dat we minimaal 1,5 meter afstand van andere mensen moeten bewaren op het virus te slim af te zijn. ‘Maar we hebben geen sociale afstand nodig, wel fysieke afstand’, vertelde professor Sociale Psychologie Karen Phalet onlangs in een artikel op de nieuwssite van VRT (*). Een gelijkaardige bekommernis vertolkt Marleen Dobbels. Marleen is centrumleider van lokaal dienstencentrum De Wimilingen (Wommelgem) en sinds korte tijd ook woonassistent van bewoners van de assistentiewoningen. ‘Er kan nog zoveel wél,’ zegt ze. ‘Onze ouderen hebben niet alleen bescherming nodig. Ze halen veel kracht en optimisme uit een praatje. Op afstand welteverstaan.’

‘Mensen zijn sociale dieren. Geen sociaal contact is even ongezond als roken’, zegt Karen Phalet nog. In tijden van een noodzakelijke fysieke afstand tussen mensen, is het dus kwestie om onze sociale relaties op een nieuwe manier vorm te geven. Dat vraagt extra inspanningen en een heleboel creativiteit.  ‘Een babbeltje doen, mag nog wél’, benadrukt Marleen. ‘En dat doen de bewoners van de assistentiewoningen ook. In de tuin, op een zonnige middag. Sommigen op de scooter in Benidorm Bastard stijl. Anderen zittend op hun rollatorbankje. Met enkele meters afstand tussen hen in.’ Fysiek afstand houden is nodig, elkaar als mensen sociaal nabij zijn is dat ook.

Harde boodschap

Zelfs na vier weken lockdown – nog zo’n woord dat in onze taal sloop – is het nog elke dag wennen aan de nieuwe situatie, zegt Marleen. Het lokale dienstencentrum dat zij coördineert, sloot van de ene op de andere dag. Waar het tot 11 maart bruiste van leven en ontmoeten, blijft de deur nu op slot. Geen sociaal restaurant meer. Geen Rap op Stap kantoor. Spaanse les, danssessies, kaartnamiddagen vielen weg. Niemand leest er nog zijn dagelijks krantje. ‘De eerste dag van de sluiting stond ik aan de deur, om iedereen te vertellen dat het dienstencentrum niet meer open kon. Dat was een harde boodschap om te brengen. Want hier staat ontmoeting en verbinding centraal. Dat werd opeens verbroken, en dat was pijnlijk en haast onbegrijpelijk voor ons allemaal.’

“‘Een babbeltje doen, mag nog wél!”

Marleen Dobbels

Sinds de sluiting van het dienstencentrum wijdt ze haar aandacht en zorg toe aan de bewoners van de assistentiewoningen: een gemeenschap van 28 oudere bewoners die nog grotendeels hun eigen leven beredderen. Van (collectief) verbinden en animeren veranderde Marleens rol naar (individueel) informeren en ondersteunen. Met wijsheid en liefde, zegt ze. ‘De wijsheid om de dingen uit te leggen die mensen zeker moeten begrijpen en de liefde om dat te doen vanuit begrip voor hun behoeften.’

Marleen: ‘Het is dansen op een slappe koord. Je wil de mensen beschermen zodat het virus hen niet kan treffen. En je wil hen tegelijk blijven benaderen als levenswijze individuen die verbonden zijn in een netwerk aan betekenisvolle relaties met familieleden en vrienden.’

Mondmasker en verbodsbepalingen

Voor de meeste bewoners veranderde hun ervaring van het dagelijkse leven bijzonder drastisch. Plots is er van samen eten geen sprake meer en krijgen ze hun maaltijd aan hun voordeur uitgedeeld door iemand met een mondmasker. Een ontspannen rummikubke in gezelschap kan niet meer. Kinderen en kleinkinderen moeten fysiek afstand houden. Het toegangspoortje tot het korte wandelpad naar het dorp is op slot. Op ingangsdeur naar de assistentiewoningen hangt een bord dat de toegang van bezoekers verbiedt. ‘Allemaal maatregelen die nodig waren, maar die ook pijnlijk zijn’, zegt Marleen.

Creatief zoeken wat wel nog kan

‘De kern van menszijn in deze tijd is je verbonden voelen met je eigen kracht en met anderen staan’, zegt Marleen. Ook ouderen willen hun eigen leven zoveel mogelijk zelf sturen, als een vrij en waardig mens. ‘Ook al zitten we met zoveel extra regels en verplichtingen. We zoeken samen wat wél nog kan.’  Zoals kleinkinderen zien, die aan de andere kant van het raam naar oma zwaaien. Of turnen voor je TV. Iemand begon te puzzelen, en ontdekte zo een nieuwe leuke bezigheid. Marleen lacht. Jazeker, mensen worden creatief. ‘Zoals iemand die dagelijks met de fiets op pad ging. Nu doet hij zijn toertjes in onze grote tuin. Twintig rondjes van 500 meter maakt ook tien kilometer, toch?’

“‘De wijsheid om de dingen uit te leggen die mensen zeker moeten begrijpen en de liefde om dat te doen vanuit begrip voor hun behoeften."

Wie in een assistentiewoning verblijft, kan het leven – mits een beetje zorg – nog zelf beredderen. Die zelfstandigheid is hen veel waard.’ Nu de tijd zo onzeker is, is die zelfstandigheid fragieler, zegt Marleen. Waar de ene te roekeloos zelf naar de winkel wil, durft een ander niet meer de buitenlucht komen. ‘In het laatste geval nodig ik de bewoner uit om samen een wandelingetje te maken in de tuin. Met de durfal daarentegen, probeer ik samen veilige keuzes te maken.’

De wijsheid van de oude eik blijven zien

Wanneer Marleen denkt aan ‘haar mensen’, vertelt ze over bomen. ‘Ieder mens is als een hele mooie boom. De mensen waarvoor ik werk zijn statige oude eiken. Meestal vinden hun wortels zelf de weg naar water en voedsel. Sommigen moeten nu een beetje verder reiken en hulp vragen. Dat is moeilijk, en we mogen dat niet onderschatten. Maar ze hebben een enorme levenswijsheid en ervaring opgebouwd. De meesten van hen zijn aanstekelijk levenslustig en hebben een ongelooflijke dosis optimisme.’

Omdat we mekaar graag zien, is het nodig om fysiek afstand te houden. Zolang we sociaal maar heel nabij zijn. En later, als alles beter gaat, weer samen te kunnen eten, spelen, knuffelen en vieren.

 

(*) Lees het volledige artikel met professor Sociale Psychologie Karen Phalet.
Headerfoto: Matthias Böckel via Pixabay
Marleen Dobbels

In gesprek met

Marleen Dobbels is centrumleider van Lokaal dienstencentrum De Wimilingen van woonzorgcentrum Sint-Jozef, Emmaüs in Wommelgem. In het dienstencentrum is tevens het Rap Op Stapkantoor van Wommelgem gehuisvest, dat ze samen met een aantal enthousiaste vrijwilligers uitbaat. Marleen stapte in het netwerk van verhalenwevers van het netwerk Iedereen Verdient Vakantie. Ze houdt van een goed gesprek en op zoek gaan naar wat mensen verbindt.

Dit verhaal werd gepubliceerd op 21 april 2020 in de categorie Ouderen.

Neergepend door

Griet Bouwen is Storyweaver voor het netwerk Iedereen Verdient Vakantie. Ze houdt van een hartelijk gesprek en stelt graag vragen die een verschil maken. Heb je zelf een verhaal dat je graag deelt? Contacteer onze redactie en zet je verhaal kracht bij.

Copyright © 2024 Steunpunt vakantieparticipatie | Disclaimer | Privacy |