Overslaan en naar de inhoud gaan

Zaadjes planten voor een inclusief toerismebeleid

In gesprek met Seppe Dams en Licorice Leroy | 4 juni 2019

Wie ben jij? Het lijkt een eenvoudige vraag. En toch: de wie-ben-jij vraag is in onze samenleving overschaduwd door het hier-ben-ik statement. Ikken die met elkaar spreken, kunnen elkaar niet echt ontmoeten als evenwaardige partners. Dan is er geen openheid om elkaar te raken en te inspireren. Seppe Dams, netwerkverbinder bij Iedereen Verdient Vakantie en Licorice Leroy, beleidsmedewerker bij het Netwerk tegen Armoede, vinden elkaar in de wie-ben-jij vraag. En stellen samen vast dat de uitdagingen om mensen in armoede als waardig mens tegemoet te treden op de drempel van 2020 actueel blijven. Bij een kopje thee in een Brussels reiscafé wisselen Seppe en Licorice van gedachten over armoede, vakantie en de rol die het decreet Iedereen Verdient Vakantie kan vervullen in het waarmaken van het recht op vakantie voor iedereen.

Licorice valt met de deur in huis. Leven in armoede is schrijnend, zegt ze. Mensen ervaren schaamte en schuldgevoel. In een samenleving waar (bemiddelde) ouders hun kinderen amper iets willen ontzeggen, kunnen gezinnen in armoede dit niet.

Licorice: ‘Mensen in armoede zouden hemel en aarde geven voor hun kinderen. Ik ken mensen die het eten uit hun mond sparen voor de kinderen, en daardoor zelf met ondergewicht en gezondheidsproblemen kampen.’

Seppe: ‘Er is daar nog weinig inlevingsvermogen voor in onze samenleving. Dat is een deel van het probleem. Ik kan me daar over opwinden.’

Licorice: ‘Wij gaan vaak de boer op, samen met mensen in armoede, om hun verhalen te laten klinken. En dan reageren de mensen verrast. Mensen die niet in armoede leven kunnen het zich niet meer voorstellen wat zo’n leven betekent. Mensen weten niet meer dat er gezinnen zijn die met 1000 euro of nog minder moeten rondkomen.’

Seppe: ‘Sinds ik bij Iedereen Verdient Vakantie werk, nestelde er zich opnieuw een boosheid in mij. Een boosheid over het onrecht in de samenleving. Over hoe wij die samenleving organiseren, waar de verschillen tussen mensen te groot zijn.’

Wie ben jij, wat heb jij nodig?

Inleven in het leven van een ander is een eerste stap, vinden Seppe en Licorice. En daarvoor is ontmoeting nodig, die tot verbondenheid kan leiden. Onze ruimte voor ons eigen ik wat kleiner maken dus, zodat er plaats komt voor andere verhalen in je leven.

Licorice: ‘Ruimte maken voor mensen begint met plaats maken. Schuif op en vraag kom je naast mij zitten?  Als wij vorming geven en deelnemers ontdekken dat ze gewoon mensen onder elkaar zijn, dan verandert er iets. Dan beginnen we te verstaan dat armoede dikwijls het gevolg is van iets dat iedereen kan overkomen. Van een ongeluk of ziekte, van falen op school, van geen netwerk van andere mensen te hebben die het voor je opnemen als je in de problemen sukkelt. Die verhalen uitwisselen, doet verbondenheid groeien. En dat is belangrijk, want dan zien we dat mensen zich willen engageren.'

Seppe: ‘Ook voor ons zijn de mensen in armoede een hele belangrijke partner waar we willen naar luisteren. Naast de toeristische partners die vakantiekansen scheppen, en de sociale organisaties die dat aanbod tot bij de mensen brengen. De vakantiegangers – allemaal mensen met een beperkt inkomen – geven ons hun feedback. En heel belangrijk: zij praten ook met elkaar. Ervaren vakantiegangers zijn de beste reclame voor mensen die de stap nog niet gezet hebben. En ze maken het vaak ook voor elkaar mogelijk om die drempel te nemen. Al is het eenvoudigweg door op elkaars huisdieren te passen, zoals ze dat in Aalst zo tof hebben georganiseerd. Of buddyprojecten: die zijn ook zo’n massief breekijzer om mensen met vakantie te kunnen laten gaan. Het zit soms in van die kleine dingen als een valies vinden en helpen denken over wat daar allemaal in moet.’

Licorice: ‘Mensen in armoede wonen en leven in zo’n beperkte omgeving met weinig impulsen. Ze hebben vaak weinig kennis van welke mogelijkheden je als mens hebt om vrije tijd te beleven. Daarom is het echt noodzakelijk dat organisaties daar tijd in investeren. Dat ze samen met mensen in armoede kijken naar: wie ben jij, wat kan vrije tijd betekenen voor jou of je kinderen, hoe kan jij daaraan participeren?’

Seppe: ‘… Wie ben jij? Waar wil jij naartoe? En wat we ook vaak merken is dat daar nog een vraag voor komt: Durf jij nog dromen van vakantie? Kan jij nog geloven dat vakantie iets voor jou is?’

Licorice: ‘De wie-ben-jij vraag reikt verder. Armoede is een complexe verwevenheid van problematieken. Als je vakantie ter sprake wil brengen, raak je ook andere levensdomeinen aan:  onderwijs, wonen, mobiliteit, gezinssituatie. Want als je op vakantie wil gaan, heb je meer nodig dan goesting. Dan moet je er ook geraken. Dan moet je ook je huis kunnen verlaten. Als je schrik hebt dat de deurwaarder aan de deur gaat staan, dan wil je niet weg. Of zelfs de kinderen op kamp laten gaan, is voor sommige mensen een no-go, omdat ze bang zijn dat hun kroost daar opgehaald zou worden door instanties. Daarom geloof ik zo in de kracht van vrije tijd. Het kan mensen even ontlasten, los maken van hun situatie en hun dagelijkse leven waardoor ze misschien creativiteit en kracht vinden om iets aan hun situatie te veranderen.’

Seppe: ‘Daarom doen we wat we doen. Om mensen te gunnen even gewoon weer wat mens te mogen zijn.’


Mensen in verbinding brengen met mogelijkheden

Sociale organisaties en Rap op Stap kantoren overal in Vlaanderen leggen die brug tussen vakantie en mensen die in armoede leven. Ze kennen de vakantie- en daguitstapkansen en hebben relaties met mensen die er deugd van kunnen beleven.

Licorice: ‘Een goede toeleiding van mensen in armoede naar de vrijetijdsmogelijkheden is het allerbelangrijkste. Daar wordt veel waardevol werk gedaan door vrijwilligers. We mogen niet vergeten dat die vrijwilligers ook ondersteuning nodig hebben. Ik denk dat we met professionele ondersteuning belangrijke stappen vooruit kunnen zetten. Dan kan er een visie op toeleiding ontstaan. Dan kunnen mensen bijeen komen om samen een lokaal vrijetijdsbeleid waar te maken. En dan dingen opzetten zoals sparen voor vakantie, of mensen helpen om hun vakantie te plannen. Want mensen in armoede hebben niet vanzelf ruimte in hun hoofd om lange tijd voor de vakantie te beginnen denken aan valiezen en nodige spulletjes die daarin moeten. Trouwens, iemand die nog nooit een koffer heeft gepakt, weet gewoon niet wat daarin moet!’

Seppe: ‘Precies daarom hebben wij de gids Vakantievaardig: een klein boekje dat sociale organisaties kan inspireren omtrent hoe ze mensen in armoede kunnen helpen bij de voorbereiding van hun vakantie. En ook de Rap op Stap kantoren maken vakantie meer bereikbaar voor mensen die niet zo gauw naar een OCMW stappen of bij een armoedevereniging aangesloten zijn.’


Zaadjes planten

Mensen in armoede tot bij vakantiekansen brengen is één kant van de medaille. Dat aanbod aan vakantiekansen voortdurend verzorgen en uitbreiden is de andere uitdaging. Seppe en zijn collega’s houden contact met toeristische ondernemers, en onderzoeken waar nog meer slapende vakantiekansen kunnen wakker gemaakt worden.

Seppe: ‘We willen natuurlijk zoveel mogelijk ondernemers verwelkomen in ons netwerk. Hun engagement is dat ze hun deuren openen voor mensen in armoede. Wij vragen van hen een flinke korting op verblijfs- en toegangsprijzen. Maar de gesprekken die ik voer, gaan niet in de eerste plaats over die kortingen. Wél over het engagement dat ondernemers willen nemen.’

Licorice: ‘Als die wil tot engagement er niet is, heeft al dat babbelen weinig zin. Proberen te overtuigen werkt niet. Je kunt mensen wel raken door de verhalen van mensen in armoede.’

Seppe: ‘Dan is het eigenlijk in zo’n gesprek meer de kwestie om je af te vragen door welke verhalen mijn gesprekspartner geraakt wordt. En dan moet je eerst die wie-ben-jij vraag stellen, denk ik.’

Licorice: ‘Ja, zo doe ik dat. Al die gesprekken zijn als zaadjes. Je plant zaadjes van bewustwording rond armoede en kleine stapjes die mensen kunnen nemen om een verschil te maken. Ik probeer dat elke dag te doen.’

Seppe: ‘Welke zaadjes zou je bij ons, Iedereen Verdient Vakantie, willen planten?’

Licorice: ‘Ik zou dat graag samen met mensen in armoede willen doen, Seppe. Ik hoor jou zeggen dat hoge kortingen voor ondernemers haalbaar zijn. Mijn vraag is: is het ook haalbaar voor mensen in armoede? Want voor vele mensen is de prijs, zelfs bij 50% korting, nog te hoog. Als je met 50 euro per week moet rondkomen, is er gewoon geen ruimte om met vakantie te gaan. Dan is samen met een groep ergens een dag naartoe kunnen al heel wat.’


Drempels verlagen, waardigheid vasthouden

We mogen ons niet blindstaren op de mensen die al wel meekunnen, want er is nog een grote groep die zich echt geen vakantie kan veroorloven, zegt Licorice. Vakantie blijft nog voor een grote groep mensen in armoede buiten bereik. Honderden sociale organisaties in Vlaanderen nemen daarom initiatieven om samen met hun mensen toch minstens één keer in de zomervakantie op daguitstap te trekken.'

Licorice: ‘Zo’n daguitstap heeft een grote impact op mensen. Het is verrijkend, heerlijk. Maar het heeft ook een tristesse. Kijk, als wij een dagje naar zee willen bijvoorbeeld, doen we dat gewoon. Voor mensen in diepe armoede hangt die kans louter af van groepswerkers die de handschoen opnemen.

Seppe: ‘Dat proberen we ook aan onze sociale lidorganisaties mee te geven: die groepsuitstappen zijn belangrijk. En ze zijn opstapjes die ertoe kunnen leiden dat mensen later wel zelf die stap naar vakantie zetten.’

Licorice: ‘Nog een manier om de drempel te verlagen is de administratieve rompslomp minimaliseren. Zoals we dat net klaargekregen hebben in het decreet voor het deeltijds kunstonderwijs. Daar is nu geregeld dat de Uitpas aan kansentarief nu voldoende bewijs is voor korting voor mensen in armoede.’

Seppe: ‘Wij denken eraan iets gelijkaardigs te doen. Nu moeten mensen nog een bewijs voorleggen van hun omnio-statuut, schuldbemiddeling of verhoogde tegemoetkoming van het ziekenfonds. Eigenlijk zouden we dat met de bovenlokale Uitpas ook kunnen gaan regelen.’

Licorice: ‘Waardoor je vermijdt dat mensen voor de zoveelste keer moeten bewijzen dat ze arm zijn.’

Seppe: ‘Inderdaad, als het over waardigheid gaat, is dat een vervelende situatie. Maar voorlopig kunnen we niet anders, omdat we ook de toeristische ondernemers een garantie moeten kunnen geven dat hun kortingen bij de juiste mensen terecht komen.

Licorice: ‘Ja, oké. Dat begrijp ik. Zolang je de privacy van de mensen maar laat respecteren. Dat ze niet overal hun armoede moeten bewijzen.’

Seppe: ‘Jazeker, we zijn ons daarvan bewust. We proberen dat zo makkelijk mogelijk te maken. Meestal zijn het de sociale organisaties die daar zorg voor dragen. En als de mensen rechtstreeks bij ons boeken, zijn wij tevreden met een klever van het ziekenfonds, die ze via de makkelijkste weg mogen bezorgen aan ons. Ik bedenk net dat het eigenlijk logisch is dat meer mensen zelf hun vakantie willen boeken. Dat is een evolutie in de samenleving voor iedereen, dus waarom niet voor mensen in armoede. Ook dat gaat over waardigheid hé.

Licorice: ‘Het zou nog logischer worden als mensen rechtstreeks, via hun bovenlokale Uitpas, als die er ooit doorkomt, bij toeristische aanbieders terecht kunnen. Al moeten mensen dan wel het aanbod kennen natuurlijk.’

Seppe: ‘En daar zit dan precies onze rol: in het bemiddelen. Vaak hebben onze bemiddelaars nog gesprekken die aan die vakantiekeuze vooraf gaan. Dan gaat het over: waar ben je naar op zoek? Wat vind je belangrijk? Dat is het echte werk: eerst onderzoeken wat mensen nodig hebben en dan een match maken.


De geest van regelgeving voor ogen houden

Licorice is betrokken bij de stuurgroep en werkgroep die het nieuwe decreet Iedereen Verdient Vakantie zal vertalen naar uitvoeringsbesluiten en een charter voor het netwerk Iedereen Verdient Vakantie. Seppe werkte mee aan de voorbereiding van dat decreet. Wat brengt de toekomst?

Licorice: ‘Onlangs hoorde ik iemand van de stad Antwerpen vertellen dat ze alleen nog maar mogen antwoorden op vragen die tot bij hen komen. Kijk, dan sluiten we een hele groep mensen gewoonweg uit. Want mensen in armoede komen vaak niet met hun vragen. Dat maakt mij bezorgd. We hebben nu wel een decreet dat het recht op vakantie moet garanderen, maar je kunt met dezelfde regelgeving een warm, sociaal en breed verhaal maken, of een heel beperkt en koel ding.’

Seppe: ‘Ja, van bij de voorbereiding van het decreet vond ik de geest van die regelgeving het allerbelangrijkste. Ik merk nu dat in de uitvoering ervan mensen geneigd zijn om er een concrete lijn in te willen steken. Terwijl we denken dat een continuüm beter werkt dan een harde lijn. We moeten toch dat voortdurende gesprek blijven voeren, zodat de geest van het decreet de leidende visie blijft. En dat is: iedereen verdient vakantie. Er zijn ook meer middelen nodig. Onder andere voor de Rap op Stap kantoren en voor zoveel waardevolle vakantie-initiatieven die nu niet toegankelijk zijn voor mensen met een beperkt inkomen.’

Licorice: ‘Ik denk dat daar in de volgende regeerperiode wel werk kan van gemaakt worden. Op het kabinet van de minister hadden we al een goed gesprek, en mensen in armoede waren daarbij aanwezig. Deze gesprekken moeten op nog meer plekken gevoerd worden, zoals binnenkort bij de directie van Toerisme Vlaanderen.’

Seppe: ‘Licorice, dankjewel voor jouw insteken. Ik voel me geappelleerd om nieuwe verbindingen te leggen. Waarom niet de volgende minister uitnodigen om mee op kamp te gaan bijvoorbeeld? Binnenkort heb ik een gesprek bij een grote toeristische speler. Ik ga mijn presentatie thuislaten en in de wie-ben-jij modus stappen. Dat is voor mij  een groot cadeau uit dit gesprek: nieuwsgierig blijven naar het verhaal van de ander.’

Licorice en Seppe

In gesprek met

Seppe Dams en Licorice Leroy

In januari 2016 maakte Seppe Dams de overstap van het Vlaamse Jeugdbeleid naar het netwerk Iedereen Verdient Vakantie. Anderhalf jaar lang wijdde hij een belangrijk deel van zijn tijd aan de voorbereidingen van een nieuw Vlaams Decreet voor het sociaal toerisme. Het decreet is inmiddels gestemd in het parlement, waarna minister van Toerisme Ben Weyts een stuurgroep in het leven riep die voor de uitvoeringsbesluiten van het decreet voorbereidt.

Als voormalige groepswerker in twee verenigingen waar armen het woord nemen herinnert Licorice Leroy zich het participatieve proces in voorbereiding naar het decreet. Sinds twee jaar werkt Licorice als beleidsmedewerker vrijetijd, cultuur, sport, media en jeugdwerk bij het Netwerk tegen Armoede. Ze zetelt in de door de minister samengestelde stuurgroep en in een werkgroep die een charter zal opstellen dat de samenwerking van alle partners in het netwerk Iedereen Verdient Vakantie moet regelen.

 

Dit verhaal werd gepubliceerd op 4 juni 2019 in de categorie Armoede.

Neergepend door

Griet Bouwen is Storyweaver voor het netwerk Iedereen Verdient Vakantie. Ze houdt van een hartelijk gesprek en stelt graag vragen die een verschil maken. Heb je zelf een verhaal dat je graag deelt? Contacteer onze redactie en zet je verhaal kracht bij.

Copyright © 2024 Steunpunt vakantieparticipatie | Disclaimer | Privacy |