Overslaan en naar de inhoud gaan

Toerisme groeit op levende wortels

In gesprek met Marianne schapmans | 11 oktober 2013

Hoe meer bewoners zich verbonden weten met hun leefomgeving, hoe makkelijker ook toeristen er kunnen thuiskomen en de unieke sfeer beleven. Aantrekkelijk toerisme lijkt te zijn geworteld in het slim verbinden van mens, economie, samenleven, ruimtelijke ordening, architectuur, cultuur en vrijetijdsbeleving.  Met die conclusie kwam Marianne Schapmans, diensthoofd van het Steunpunt Vakantieparticipatie, terug van een internationaal Vrijetijdscongres in Durban, Zuid-Afrika. Het friste haar beeld op van wat toerisme kan zijn in onze eigen regio Vlaanderen.

Marianne was de enige West-Europeaan op het congres van LARASA, de ‘Leisure and Recreation Association of South-Africa’ (Vereniging van vrije tijd en recreatie). Op uitnodiging van de organisatoren gaf ze er toelichting bij het werk van het Steunpunt Vakantieparticipatie. De conferentie werd bijgewoond door mensen uit 22 landen, onder meer Canada, Afrika, Taiwan en de Verenigde Staten. Architecten, ruimtelijke planners, sociologen, sport-, vrijetijds- en toerismewetenschappers legden er hun inzichten bijeen en deelden praktijkervaringen met elkaar.

Linken leggen tussen wetenschappelijke disciplines

Tijdens de lange terugreis naar België had Marianne ruim de tijd om over haar indrukken na te denken. Marianne: ‘In jonge naties zoals het Zuid-Afrika na de apartheid, lijkt het evident om vanuit verschillende wetenschappelijke specialisaties gezamenlijk na te denken over de ontwikkeling van vrijetijdsbeleving en toerisme. Dat is anders in West-Europa. Ik merk dat het hier eerder lastig is om de grenzen tussen vakgebieden los te laten en samenwerking op te zoeken. Terwijl net de verbinding tussen kennisgebieden als sport, toerisme, vrije tijd, sociologie en economie  tot versterking kan leiden.’

Vrije tijd ruimtelijk verbinden

Durban, gaststad van de conferentie, heeft 3 miljoen inwoners en een 60 kilometer lange kuststrook. Sinds het einde van de apartheid ontwikkelde die strook zich tot een levendig centrum van gemengde vrijetijdsbeleving. Mensen kunnen er sporten, zwemmen, flaneren, zitten, wandelen. Geen hekken, geen politie. Wel veel mensen die dezelfde plaatsen opzoeken om in alle rust hun eigen ding te doen. ‘Ik was vooral onder de indruk van de slimme ruimtelijke planning en architectuur. Werken, handel en vrije tijd zijn er onderling verbonden in één ruimte. Dat nodigt mensen uit om samen gebruik te maken van die openbare ruimte. Om actief te zijn of gewoon te zitten en te kijken. Je moet er niet  per definitie ‘iets doen’ om deel te nemen. Het gevoel van veiligheid en de zichtbare sociale samenhang zijn me bijzonder bijgebleven’, zegt Marianne.

Mensen willen een relatie met hun stad

De link met toerisme is snel gelegd. ‘Als je de levenskwaliteit van de bevolking van een stad of regio in je toeristisch verhaal betrekt, wordt het toeristisch weefsel sterker. De mensen die er wonen moeten de eigenheid van hun regio uitademen’, vindt Marianne. Dat was ook het uitgangspunt van de stad Hartfort in Connecticut (VS). Hartfort positioneert zich in de Verenigde Staten als City of Arts and Culture.  ‘Hun conclusie is dat zo’n stad dat alleen maar kan als de plaatselijke bevolking eraan mee bouwt. Hartfort betrekt alle bevolkingsgroepen in de ontwikkelingen. Kunst wordt er op straat gebracht en aan de invloed van de mensen blootgesteld. Wat daaruit ontstaat wordt ook terug naar de musea gebracht. Zo krijgen mensen een relatie met de identiteit van hun stad. Dat komt trouwens aardig in de buurt van wat wij via het Steunpunt Vakantieparticipatie ook doen: sommige bevolkingsgroepen een duwtje geven om een relatie met hun regio te ontwikkelen.’

‘Als je de levenskwaliteit van de bevolking van een stad of regio in je toeristisch verhaal betrekt, wordt het toeristisch weefsel sterker. De mensen die er wonen moeten de eigenheid van hun regio uitademen.’

Wat dat voor Vlaanderen kan betekenen

‘Het merk ‘Vlaanderen’ toeristisch versterken kan ook door nog meer burgers te laten participeren in de uitbouw van de identiteit en het toeristisch weefsel,’ bedenkt Marianne. ‘Er gebeuren al zoveel  knappe en inspirerende dingen in de regio. Ik denk bijvoorbeeld aan de bijzondere gidsentochten zoals de Tochten van Hoop in Brussel. Of aan de unieke sfeer op de Gentse Graslei waar mensen een terrasje doen, wandelen of met een eigen drankje aan de kade zitten. Of aan tal van heel kleinschalige initiatieven met een bijzonder karakter, zoals de Bottelarij in Wellen die ik onlangs ontdekte.  Het is er allemaal al, we moeten het alleen maar betekenisvol verbinden.’

Door de ogen van toeristen is Vlaanderen een zakdoek groot.

Voor de gemiddelde Vlaming mag de afstand tussen De Panne en Maaseik dan wel aanvoelen als een halve dagreis, buitenlandse bezoekers maken daar volgens Marianne geen punt van. ‘We moeten dus niet bang zijn om thematische verbindingen te leggen over de hele regio. Daardoor kunnen alle mooie initiatieven meer zichtbaar worden, en samen de toeristische identiteit van Vlaanderen inkleuren. Al die lokale, levende wortels samen geven onze regio een groot internationaal potentieel. De initiatieven rond  ‘100 jaar Groote Oorlog’ en de band van de bevolking met die gedeelde geschiedenis bieden daar bijvoorbeeld al een perfecte kans toe. ’

Marianne Schapmans

In gesprek met

Marianne schapmans is het diensthoofd van Steunpunt Vakantieparticipatie.

Dit verhaal werd gepubliceerd op 11 oktober 2013 in de categorie Samenwerken.

Neergepend door

Griet Bouwen is Storyweaver voor het netwerk Iedereen Verdient Vakantie. Ze houdt van een hartelijk gesprek en stelt graag vragen die een verschil maken. Heb je zelf een verhaal dat je graag deelt? Contacteer onze redactie en zet je verhaal kracht bij.

Copyright © 2024 Steunpunt vakantieparticipatie | Disclaimer | Privacy |