Overslaan en naar de inhoud gaan

Op kamp om het boeiende geschenk van het leven te ontdekken

In gesprek met Gil Géron | 26 april 2018

Vraag aan kinderen welke kostbare herinneringen ze koesteren aan op kamp gaan, en ze vertellen verhalen over avonturen, op tocht gaan en samenzijn met vriendjes. Begeleid door jonge monitoren springen ze in belevenissen die thuis niet zomaar kunnen. Ze trekken kleren aan die mama liever niet wil dat ze dragen. Ze worden vies en schrobben zich weer blinkend schoon. Ze ontdekken dat ze buiten te lijntjes kunnen kleuren, en dat net buiten die ‘normale’ dingen verrassingen liggen. Dat helpt hen ontdekken wie ze zijn, waar ze plezier in hebben en hoe bijzonder het leven wel kan zijn.

Gil Géron ging op bezoek bij kinderen in de klas, kinderopvang en op vakantiekampen. Ze speelde en praatte met hen over op kamp gaan. Omdat ze wil begrijpen hoe kinderen kampen beleven, hoe volwassenen ernaar kijken en wat we met z’n allen kunnen doen om meer kinderen een heerlijke kampervaring te bieden.

Gil, wat ontdekte je zoal?

Gil: ‘Het verraste me dat het jeugdwerk maar oppervlakkig gekend is bij ouders en leerkrachten. De meesten komen niet verder dan de jeugdbeweging en de kampen van ziekenfonds. Nogal wat volwassenen hebben daar trouwens zelf amper ervaring mee en zien kampen en andere vakantie-activiteiten als alternatieve opvang in de vakantieperiodes. Dat is jammer, vind ik. Want het jeugdwerk is breed,  divers en op een bijzondere manier complementair aan het schoolse leven van kinderen.’

Waarin zit die complementariteit tussen onderwijs en jeugdwerk dan precies?

Gil: ‘In het reguliere onderwijs worden kinderen voorbereid op volwassen worden in een wereld die een buitensporige nadruk legt op succesvol zijn op de arbeidsmarkt. Van kinderen wordt al heel vroeg verwacht dat ze presteren. Hun prestaties worden bovendien voortdurend beoordeeld.

"In het jeugdwerk wordt ook geleerd, maar op een andere manier. Zonder oordeel van volwassenen over hun prestaties."

Kinderen vinden op kamp vrijheid in gedachten en doen. Ze leven samen met andere kinderen en jongeren. Ze trekken hun plan op avonturen. Ze ontdekken hun talenten en persoonlijkheid in het dingen doen. Daar is geen oordeel van volwassenen over wat ze goed kunnen voor ‘later’. Het jeugdwerk draait niet om presteren, maar om beleven. Beleven vindt plaats in het moment zelf. Net die nadruk op beleven zonder prestatiedwang geeft kinderen ontwikkelingskansen die ze in het onderwijs niet vinden.’

Wat leren kinderen op kamp wat niet op school geleerd wordt?

Gil (lacht): ‘De afwas doen, hun kamer dweilen, het toilet schoonhouden: dat zijn vaardigheden die ze nodig hebben, maar waarmee ze amper nog oefenen. Maar ze leren bijvoorbeeld ook omgaan met verveling. Dat is best bijzonder, in een tijd waarin de aandacht van kinderen benomen is door school, buitenschoolse activiteiten en schermtijd.  In die nieuwe ervaring van open tijd vinden kinderen  kansen om hun gedachten de vrije loop te laten. Zo leren ze reflecteren op wat ze meemaken, wie ze zijn en waar ze van dromen. Ze leren dingen als flexibel zijn, vertrouwen op anderen, rekening houden met elkaar en omgaan met onverwachte dingen. Op kamp en in jeugdactiviteiten is leren gericht op het proces. Niet op de prestatie, het product.

Bovendien zijn er ook wel cognitieve vaardigheden die je makkelijker leert in het jeugdwerk dan op school. Een eigen mening vormen is daar een voorbeeld van. Het is moeilijk een eigen visie te vormen als je kennis moet reproduceren om goeie punten te krijgen. Bovendien merkte ik in de klas geregeld dat tussen de lijnen door het leven-zoals-we-denken-dat-het-is bestendigd lijkt. Dat we kinderen inpassen in volwassen beelden over wat zogenaamd normaal is.’

Hmm, dat klinkt als een sterke stelling. Vertel me meer.

Gil: ‘Een voorbeeld: een leerkracht vraagt aan de kinderen om een brief aan papa te schrijven. Maar wie zegt dat elk kind een papa heeft waar het aan brief aan kan schrijven? Onbewust blijven we vertrekken vanuit het idee dat elk kind leeft in een gezin. Dat bovendien zo’n gezin een mama en papa heeft. Terwijl kinderen vandaag in heel verschillende gezinssituaties opgroeien.

"Echte diversiteit groeit uit het respect voor het unieke van elk kind en de context waarin het leeft."

Op een ander moment vroegen we kinderen iets te tekenen over vakantie. Een positieve of negatieve ervaring, alles mocht. Een van de kinderen wilde geen negatieve ervaring tekenen, maar er wel over vertellen. Misschien was het voor dat kind te moeilijk, omdat een beeld op papier iets zou vastzetten? Ook daar leerde ik: we geven kinderen misschien nog te vaak opdrachten vanuit onze eigen leefwereld. Maar wat voor mij werkt, werkt daarom niet voor dit kind.

Voor mij gaat het over kunnen spelen met diversiteit. Dat groeit uit respect voor het unieke van elke persoon en de context waarin die leeft. Zijn we klaar om bedachtzaam met die superdiversiteit om te gaan? Ik twijfel. En ik hoop.’

Vertel me over jouw hoop.

Gil: ‘Nu lijkt ontwikkeling vooral gericht op kinderen voorbereiden om later succesvol mee te kunnen draaien in het arbeidsproces. Ik zou dat willen omkeren. Ik droom ervan dat kinderen het boeiende geschenk van hun leven kunnen ontdekken. Dat ze hun talenten ontplooien en hun dromen kunnen volgen. Dat ze mogen ontdekken wat ze nodig hebben om gelukkige mensen te worden. Want het leven is zo boeiend, zo prachtig!’

Als je jouw ontdekkingen en je hoop aan elkaar koppelt, waar hebben we dan nu werk te doen?

Gil: ‘Het jeugdwerk is een waardevolle plek waar kinderen de volheid van het leven kunnen ontdekken. Die boodschap zou dichter bij leerkrachten en ouders mogen komen, vind ik. We moeten hen kansen geven om het jeugdwerk van nabij te zien en te beleven. Dan kunnen zij die mooie wereld openen voor hun kinderen.

"Als ouders en leerkrachten het jeugdwerk van nabij kunnen beleven, kunnen zij die mooie wereld openen voor hun kinderen"

Ik wil die taak niet zomaar naar het onderwijs doorschuiven. Het jeugdwerk heeft daar ook een rol in op te nemen. Daarom is het goed dat de sector zich meer bewust wordt van haar unieke waarde in het leven van kinderen en jongeren. Dat ze niet te losjes omspringen met concepten die uit andere levensdomeinen komen aanwaaien. Ik geef een voorbeeld: het competentie-denken lijkt hier en daar door te dringen in het jeugdwerk. Ik denk dat we daar voorzichtig moeten mee zijn. Voor we het weten, belanden we in een jeugdwerk dat haar werk zal toetsen in termen van presteren en resultaten.

Ooit wil ik wakker worden in een samenleving die diversiteit viert als de unieke schoonheid van het leven. Met ouders, scholen en jeugdwerk die elk op een unieke manier ruimtes creëren waarin kinderen het leven kunnen exploreren. Zodat kinderen hun eigen plekje in de wereld kunnen vinden.’

Gil Géron

In gesprek met

Gil Géron heeft een voorliefde voor taal en verhalen. Met haar centrum voor leesbevordering Narrata brengt ze verhalen tot bij kinderen en hun ouders. Tot vorig jaar werkte ze in het jeugdwerk, eerst als coördinator bij Crefi, later bij Koning Kevin.  Op vraag van het netwerk Iedereen Verdient Vakantie ging ze op onderzoek naar vakantie- en kampervaringen van kinderen. Via muziek, verhalen, creatief werk en toneel haalde ze verhalen van kinderen naar boven. Tijdens die rondreis door Vlaanderen sprak ze ook met leerkrachten, ouders en monitoren in het jeugdwerk.

Dit verhaal werd gepubliceerd op 26 april 2018 in de categorie Kinderen.

Neergepend door

Griet Bouwen is Storyweaver voor het netwerk Iedereen Verdient Vakantie. Ze houdt van een hartelijk gesprek en stelt graag vragen die een verschil maken. Heb je zelf een verhaal dat je graag deelt? Contacteer onze redactie en zet je verhaal kracht bij.

Copyright © 2024 Steunpunt vakantieparticipatie | Disclaimer | Privacy |